Heffingskortingen zijn korting op de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. De overheid wil hiermee bepaalde groepen ondersteunen zodat zij minder belasting hoeven te betalen.
Welke heffingskortingen zijn er?
Er zijn verschillende heffingskortingen. In Nederland kennen wij de volgende:
- Algemene heffingskorting;
- Arbeidskorting
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting
- Ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting
- Jonggehandicaptenkorting
- Levensloopverlofkorting
- Heffingskorting voor groene beleggingen
Algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting is een korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Iedereen boven de 18 heeft recht op de algemene heffingskorting, maar dit hangt samen met de hoogte van het inkomen.
De algemene heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
De algemene heffingskorting voor 2018 is als volgt:
Belastbaar inkomen | Algemene heffingskorting |
Tot €20.142 | €2.265 |
Tussen de €20.142 – 68.507 | €2.265 – 4,682% x (belastbaar inkomen – €20.142) |
Boven de €68.507 | €0 |
Heffingskortingen voor werkenden
Arbeidskorting
Een werknemer met loon heeft recht op arbeidskorting, ook als hij daarnaast nog (gedeeltelijk) een uitkering heeft. Als je een werkgever hebt, dan houdt hij al rekening met de arbeidskorting en hoef je dit niet zelf aan te vragen.
Het maximum inkomen om in aanmerking te komen voor arbeidskorting is €123.362 (2018). Als het inkomen lager is dan €33.112, dan heeft een werknemer minimaal recht op de arbeidskorting die de werkgever toepast en maximaal op het bedrag dat volgens de tabel arbeidskorting bij zijn geboortejaar hoort. Dit betekent dat een werknemer recht kan hebben op meer arbeidskorting dan wat de werkgever heeft opgegeven op zijn loonstrook.
Als een werknemer aan het einde van het jaar aangifte doet, hoeft hij de arbeidskorting niet apart aan te vragen. Dit wordt automatisch door de belastingdienst berekend.
Tot een inkomen van €33.112 is de maximale arbeidskorting €3.249. Vanaf een inkomen van €33.112 wordt de arbeidskorting steeds lager.
Levensloopverlofkorting
Een werknemer krijgt levensloopverlofkorting als hij geld opneemt uit het levenslooptegoed voor onbetaald verlof. Sinds 2012 bouwt een werknemer geen levensloopverlofkorting meer op, de opgebouwde levensloopverlofkorting wordt wel verrekend als zij levenslooptegoed opnemen. Dit kan meerdere malen per jaar.
Heffingskorting voor ouderen
(Alleenstaande) ouderenkorting
Wanneer een werknemer de AOW-leeftijd bereikt, kan hij in aanmerking komen voor de ouderenkorting. Het verzamelinkomen moet niet hoger zijn dan €36.346 om hier kans op te maken. Een verzamelinkomen boven de €36.364 heeft slechts recht op €72. In 2018 bedraagt de ouderenkorting maximaal €1.418.
Als iemand een AOW-uitkering ontvangt voor een alleenstaande, dan mag diegene ook een alleenstaandeouderenkorting aanvragen. In 2018 is dit €423.
Jonggehandicaptenkorting
Wanneer je recht hebt op een uitkering voor jonggehandicapten (Wajong-uitkering) of op ondersteuning bij het vinden van werk volgens de wet Wajong, dan krijg je heffingskorting voor jonggehandicapten.
De hoogte van deze korting in 2018 bedraagt €728.
Korting groene beleggingen
Je krijgt belastingkorting als je spaart in een groenfonds. Groene beleggingen zijn beleggingen in fondsen die investeren in projecten voor milieubescherming.